'Verlossing uit de slavernij': deze woorden uit een nog niet zo lang geleden veel gezongen lied van de arbeidersbeweging raken de kern van de zaak waar het in de Bijbel om gaat. Het kon een citaat zijn, zo dicht komen deze woorden in de buurt van de meest cruciale zin uit de Tora (de eerste vijf boeken van de Bijbel), de 'grondwet' van wat er bijbels gesproken kan worden geloofd, moet worden gedaan en mag worden gehoopt. Deze zin luidt: Ik JHWH ben jouw God, die jou heeft doen uittrekken uit het land Egypte, uit het slavenhuis. (Ex. 20, 2)
Voor miljoenen mensen werd 'Verlossing uit de slavernij' het lied van hun verlangen naar een beter leven, het lied dat hen ertoe bewoog in hun bevrijding te geloven, erop te hopen en die hoop ook in de daad om te zetten. De leuze 'Verlossing uit de slavernij' is de vertaling van de bijbelse boodschap van de uittocht uit de slavernij in theorie en praxis van een moderne bevrijdingsbeweging.
Bijbelse theologie is de poging de taal van de Bijbel te 'actualiseren'. Zij is al vertalend op zoek naar een taal die begrip heeft voor wat de wereld van vandaag beweegt, tegelijk echter 'bewaart' ze wat die bijbelse taal in beweging heeft gebracht. De schrijver van deze bijbelse theologie vindt die taal vooral in die moderne bevrijdingsbeweging die het gewaagd heeft de door de Bevrijder-God begonnen uittocht als menselijk (al te menselijk) handelen voor haar rekening te nemen.