De 16-jarige Mara wordt in 1931 door haar stiefvader op de boot gezet naar Vlissingen. Haar zwangerschap moet verborgen blijven voor de dorpelingen en om de goede naam van haar familie te redden wordt ze naar haar tante gestuurd die op de voorouderlijke boerderij woont.
Op die eenzame plek wacht Mara, afgesneden van de wereld om haar heen, op de geboorte van een baby die ze nooit gewenst heeft.
Kan haat liefde worden? Ik heb altijd gedacht dat het onmogelijk is. Maar misschien, misschien is er een kleine kans...
Wat blijft er over voor een jonge vrouw die geen ouderlijk huis meer heeft, die haar vertrouwen in mensen heeft verloren, een vrouw die geen verwachtingen meer heeft van haar toekomst. Een vrouw die alleen in deze wereld lijkt te staan?