In het Nieuwe Testament ontdekken we een Jezus die graag het leven vierde met hoeren en andere mensen die er niet bij hoorden. De kroegbazen en 'zondaars' hielden van Hem omdat Hij feest met ze vierde. De melaatsen van de samenleving vonden in Hem iemand die wél met ze wilde eten en drinken. En terwijl de vromen en de religieuzen zijn boodschap niet begrepen, werd Hij enthousiast gevolgd door eenzame mensen die nergens welkom waren. Onze Jezus was en is de Heer van het feest. Niet op een losbandige manier, maar in de geest van het oudtestamentische Jubeljaar, waardoor mensen weer een nieuwe kans kregen. Dit boek is een poging om dat vergeten aspect van het christendom opnieuw onder de aandacht te brengen. Het maakt duidelijk dat christenen, waar ze ook zijn, de feeststemming terug zouden moeten brengen.